dinsdag 16 september 2014

De Wintertuin van het Instituut der Ursulinen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver

Op Open Monumentendag kun je al eens een verplaatsing doen: niet dat er in Turnhout niets loos was - de Stadsboerderij werd officieel geopend, en daar kom ik zeker later nog - maar in Onze-Lieve-Vrouw-Waver was de 'Wintertuin' van het Instituut der Ursulinen open voor het publiek. Daar had ik al wel een paar aantrekkelijke foto's van gezien, er zelf echter nog nooit geweest.

Dat heb ik gisteren dus met bekwame spoed rechtgezet. Ik kom te weten dat deze Sint-Ursulaschool in de negentiende en een eind in de twintigste eeuw een zeer vooraanstaande katholieke meisjesschool is geweest die zich vooral richtte op de dochters van de gegoede klassen, op de aankomende freules van betere stand, zeg maar. Haar faam was wijdverspreid: ook meisjes uit het buitenland, tot Kenia toe, genoten er hun opvoeding.

Om de ouders van dat puikje van een aantal landen te ontvangen 'comme il faut' werd rond 1900 de wintertuin gebouwd: een prachtige, ontzag inboezemende ruimte, met de passende meubels, de juiste, uit de kluiten gewassen kamerplanten, en een versiering om u tegen te zeggen, of eerder 'Uedele': een illustratie van 'noblesse oblige' is het.

Die zaal wordt overspannen door wat je een Romaans tongewelf zou kunnen noemen: het is echter niet van steen, maar van glas-in-lood, en de nodige steun wordt verleend door ijzerwerk, staven e, latten, zoals dat op het einde van de negentiende eeuw mode was. En dat glas-in-lood staat niet vol heiligen en uitbeeldingen van stichtende verhalen, zoals het brave, vrome zusters zou passen, neen, ze hebben gekozen voor de moderne stijl van toen: art nouveau of Jugendstil. Gedurfd en leep van die nonnetjes!

Dat tongewelf moet natuurlijk op de een of andere manier afgesloten worden, wat dit is geen kerk met een hoogaltaar aan de ene, en een orgel en uitgang aan de andere zijde: de kunstenaar die tot op vandaag onbekend is, heeft gekozen voor twee halfroosvensters: 'De ochtend' aan de zuidkant, en 'De avond' in het noorden; het tongewelf daartussen beeldt dan 'De dag' uit. Zo behoort alles waarvoor je naar boven dient te kijken tot hetzelfde kunstwerk: een prachtige oplossing is dat. Bovendien, als de zon schijnt, verlicht die 'De ochtend', wat gewoon schitterend is. 'De dag' baadt dan ook in het licht, en op een heldere dag is ook 'De avond' meer dan goed zichtbaar: een prachtig concept is dat geheel.

'De ochtend' toont een zonsopgang boven een meer, met bergen in de achtergrond, irissen in bloei van voren en een reiger centraal die in zijn bek een eerste vangst houdt: een palinkje of een slangetje. Aan de rand is alles versierd met bloemenmotieven: heel de beeldtaal van de Jugendstil komt aan bod.


De Wintertuin, De ochtend

'De avond' toont hetzelfde meer op het einde van de dag. Alleen de reiger is verdwenen en vervangen door een nachtvogel: een uil komt op de toeschouwer toegevlogen. De irissen hebben ondertussen natuurlijk hun bloemen gesloten.


De Wintertuin, De avond



De Wintertuin, De dag (het tongewelf)

Het tongewelf is versierd met Oost-Indische kerselaar, en zwaluwen in een onbewolkte hemel getuigen van het goede weer.


Zwaluwen in het tongewelf (De dag)

Kamerplanten maken duidelijk dat het hier echt om een wintertuin gaat: grote palmen en dito varens bepalen mee de sfeer van lichtheid.


Palm in de Wintertuin

Die negentiende-eeuwse ursulinen moeten heel goed in de slappe was gezeten hebben: zo'n Wintertuin aanleggen moet toch meer dan een flinke duit gekost hebben. Hij diende dan ook als ontvangstruimte voor vertegenwoordigers van de toplaag van de maatschappij. En om het niet al te benepen te laten overkomen, en ook omdat die lui ervan hielden, was Jugendstil uiterst geschikt: God en al zijn geboden en heiligen kon de joffers beter in de klassen bijgebracht worden. Hier werd een andere schijn hooggehouden, zou je als slecht karakter kunnen zeggen.
Wat niet wegneemt dat de 'Wintertuin' ongemeen mooi is.Dit is meer dan 'Vaut le détour'!

Geen opmerkingen: